0341 - 355 739maandag t/m vrijdag
9:00-12:00
Diepvriesdiervoeding thuisbezorgd wanneer het jou uitkomt!

BARF, wat is belangrijk?

BARF, wat is belangrijk?

Er is in het nieuws veel te doen omtrent rauw voeren, zowel positief als negatief. Bij BARF is het erg belangrijk dat je goed weet waar je mee bezig bent. Er zitten namelijk risico's aan, je gaat om met rauwe producten en aan rauw voeren is niets toegevoegd, zodat het compleet is. Een BARF menu moet je zelf samenstellen en hierbij moet je in de gaten houden of het compleet is voor jouw huisdier. 

BARF menu samenstellen

Om een BARF menu zelf te gaan samenstellen, is het belangrijk om je goed in te lezen. Het compleet voeren van een huisdier met BARF draait om afwisseling, afwisseling en nog eens afwisseling. Je hoeft niet dagelijks compleet te voeren, bij het samenstellen van een menu ga je uit van compleet voeren in twee weken. Per twee weken voer je minimaal 4 verschillende diersoorten en 1 vissoort. Van deze diersoorten en vissoorten voer je bevleesde botten, spiervlees en orgaanvlees. Het menu kun je zelf nog aanvullen met rauwe gepureerde of gekookte groente. Per categorie zal er beschreven worden wat hierbij belangrijk is.

Spiervlees

Spiervlees voer je tussen de 25% tot 35% van het weekmenu. Spiervlees is een belangrijke bron voor eiwitten, essentiële vetzuren en fosfor in het weekmenu. Het afwisselen van spiervlees van verschillende diersoorten en vissoorten is van belang, omdat elk diersoort en vissoort andere hoeveelheden en verhoudingen aminozuren, vetzuren, vitamines en mineralen bevat. Vette vis is bijvoorbeeld een belangrijke bron van Omega 3 vetzuren, die in andere diersoorten in mindere mate voorkomt. Aangeraden wordt dan ook om minimaal 4 diersoorten en 1 (vette) vissoort per twee weken te voeren, zodat je voldoende afwisseling hebt. 

Bevleesde botten

Bevleesde botten voer je tussen de 40% tot 50% van het weekmenu. Het meest ideale vleesbot bestaat
voor 50% uit spiervlees en 50% uit puur bot. Bot is een belangrijke bron van calcium in het weekmenu. Het belangrijkste bij het voeren van vleesbotten is om het nooit te verhitten. Verhit bot kan gaan splinteren, wat voor gevaarlijke situaties zorgt. Geschikte vleesbotten zijn 'zachte' botten. De zachtheid van een bot kun je testen door deze door te knippen met een (snoei)schaar. Kom jij er makkelijk doorheen? Dan is het bot geschikt voor jouw huisdier. Kom je er niet gemakkelijk doorheen of zelfs helemaal niet, bedenk dan nog een keer of je dit bot wel wilt voeren.

Op onze website kun je bij de bevleesde botten gemakkelijk zien hoe hard het bot is, doormiddel van het botjes systeem. Eén botje betekent dat het vleesbot zeer zacht is, vijf botjes betekent dat het vleesbot erg hard is en dat je mogelijk het bot niet geheel moet laten opeten. Wanneer een vleesbot twee botjes heeft (zie onderstaande afbeelding), betekend dit dat het bot geschikt is voor een beginnende BARFer. Wissel bij vleesbotten af tussen verschillende diersoorten en vissoorten. 

Vleesbotten in de categorie Een en twee botjes zijn geschikt voor beginnende BARF'ers (jonge) honden, katten en fretten. Drie en vier botjes zijn geschikt voor BARF'ers met wat meer ervaring. Vijf botjes betekend heel hard bot wat inhoudt dat het zelfs voor ervaren BARF'ers te hard is om te verteren (en dus alleen geschikt als kluifmateriaal). 

Orgaanvlees

Orgaanvlees voer je 20% van het weekmenu. Deze 20% bestaat uit 10% pensen maximaal 5% lever. Het voeren van te veel orgaanvlees geeft mogelijk een laxerend effect en een risico vanoverdosering van vitamines. Orgaanvlees is een belangrijke bron voor vitamines en aminozuren in het weekmenu. Zo is lever bijvoorbeeld een belangrijke bron van vitamine a en is hart een belangrijke bron van taurine. Aangeraden wordt om ook bij orgaanvlees af te wisselen in diersoorten. Geschikte organen om te voeren zijn harten, magen, pens, lever en nieren.

Hygiënevoorschriften en bewaaradvies

Rauwe voeders en prooidieren bevatten van nature verschillende bacteriën. Voor gezonde dieren zijn deze bacteriën niet ziekmakend. voor mensen, vooral jonge kinderen, ouderen en mensen met een verminderde weerstand, kunnen deze bacteriën mogelijk wel tot problemen leiden. 

 Om diepvriesproducten op de juiste manier te bewaren en te ontdooien dien je de volgende voorschriften in acht te nemen: 

  • Bewaar de diepvriesdiervoeding in de diepvries bij - 18°C. Wanneer het product in aanraking komt met lucht, dan kan het product langzaam uitdrogen en vermindert de voedingswaarde.
  • Ontdooi het rauwe voer en prooidieren in een lekvrije en afsluitbare bak in de koelkast zodat het niet in aanraking komt met jouw eigen voedsel. Het is aan te raden om aparte bakken aan te schaffen voor het bewaren van het vlees, waar geen eigen producten meer inkomen.
  • Bewaar het vlees niet langer dan 2 dagen in uw koelkast, mocht een kiloverpakking teveel zijn voor 2 dagen, verdeel de rol of zak dan in meerdere porties wanneer je deze ontvangt en vries ze daarna in.
  • Voorkom kruisbesmettingen en was alles wat in aanraking is gekomen met het rauwe voer goed af met warm water en afwasmiddel of een desinfectiemidde. 
  • Hoe hoger de omgevingstemperatuur waar het voer staat, hoe sneller de bacteriën zich zullen vermeerderen. Geef jouw huisdier het rauwe voer in een koele ruimte en uit de zon. 
  • Als jouw huisdier het rauwe voer niet binnen een uur heeft opgegeten, gooi het dan weg.
  • Zorg ervoor dat er geen vliegen in de buurt van het rauwe voer kunnen komen. Vliegen kunnen bacteriën verspreiden
  • Zorg ervoor dat er geen kleine kinderen in de buurt van het rauwe voer kunnen komen.