0341 - 355 739maandag t/m vrijdag
9:00-12:00
Diepvriesdiervoeding thuisbezorgd wanneer het jou uitkomt!

Kittens en rauw voer

Kittens en rauw voer

Krijg jij binnenkort een kitten of zelfs een nestje? Lees hier meer over het voeren van rauw voer aan kittens.

Wanneer kan je starten?

Vanaf ongeveer vier weken gaan kittens vaste voeding eten, daarvoor drinken ze alleen maar melk. Wanneer de kittens precies beginnen met vaste voeding kan een beetje verschillen. Vanaf vier weken kun je beginnen met het aanbieden en je ziet vanzelf wanneer ze beginnen te eten. Je kunt gelijk beginnen met het voeren van rauw voer.

Wat kun je voeren?

Het is het beste om te starten met (fijn)gemalen voeding zoals KVV. Vanaf ongeveer 7 weken kunnen er ook grotere stukken spiervlees, orgaanvlees en vleesbot gevoerd worden. Let wel goed op dat de kittens niet schrokken en blijf er altijd bij.

Niet alle vleesboten zijn direct geschikt voor kittens. We raden aan om te beginnen met ‘beginnersbotten’ zoals kippennekken, kippenruggen, kwartellijfjes, eendennekken, eendenruggen etc. De kittens zullen hier eerst aan moeten wennen en steeds handiger worden in het eten hiervan. Je kunt ook eendagskuikens aanbieden, dit is een geschikt prooidier om mee beginnen door de zachte botjes. Als ze de kuikens niet als eten (maar als leuk speeltje) zien kan het helpen om en klein sneetje in het kuiken te maken.

Verhoudingen

Te veel calcium in het menu kan voor problemen met de ontwikkeling van de kittens zorgen. Voer dus gebalanceerde KVV of stel een menu samen volgens richtlijnen. Hiervoor kun je de richtlijnen voor volwassen katten gebruiken, maar let dan met name op dat de hoeveelheid vleesbot klopt. Ook voor kittens is het belangrijk om genoeg te variëren in het menu!

Hoeveel moet je voeren?

Een kitten heeft relatief veel voeding nodig omdat hij nog in de groei is. Gemiddeld komt dit neer op 80 – 100 gram voer per kilo lichaamsgewicht. Let erop dat je kitten groeit en deze hoeveelheden voor het huidige gewicht van je dier gelden, pas de hoeveelheid dus regelmatig aan. Hou de conditie van je dier goed in de gaten, als hij dikker wordt voer je wat minder en als hij mager wordt wat meer.